VEILIG AAN DE LEIDING.
Glasvezel, kabels, leidingen, buizen; in Nederland zit de bodem er vol mee. In dit werkgebied moeten we bij Nijkamp dagelijks onze weg zien te vinden.
Natuurlijk gebeurt dat veilig en volgens een bepaalde kwaliteitsstandaard.
Wat daar allemaal bij komt kijken vertellen Lars Jansen, QHSE-coördinator bij Nijkamp en Patrick Hardeman, lead-auditor bij test-, inspectie- en certificeringsspecialist Kiwa.
DE CERTIFICERINGSDRIE-EENHEID.
Drie ervan zijn het werkgebied van Lars en Patrick: ISO 9001, VCA** en de CKB-certificering voor kabelinfrastructuur en buizenlegbedrijven. Samen vormen ze een drie-eenheid die de kwaliteit en veiligheid in de sector waarborgt.
ISO 9001 legt de basis voor kwaliteitsmanagement en VCA richt zich op de veiligheid en gezondheid van medewerkers. De CKB-norm is overkoepelend, met aanvullende eisen die specifiek zijn voor de kabel- en buizenlegsector zoals opleidings- en registratie-eisen.
Dat is nodig, omdat de ondergrond in Nederland al zo vol is. “Er ligt een spaghetti aan kabels, leidingen en buizen”, verklaart Patrick.
”“Bedrijven zoals Nijkamp moeten met zorg omgaan met die complexe infrastructuur zodat de kwaliteit intact blijft.” “DE CKB-NORM IS OVERKOEPELEND, MET AANVULLENDE EISEN DIE SPECIFIEK ZIJN VOOR DE KABEL- EN BUIZENLEGSECTOR”
LARS JANSEN QHSE-COÖRDINATOR
NUT EN NOODZAAK.
Bij zo’n certificeringsproces is de hele organisatie betrokken. Van leidinggevenden tot uitvoerenden. “Het is belangrijk dat het besef van nut en noodzaak bij iedereen landt,” zegt Lars.
“Niet alleen bij onze eigen medewerkers, ook bij zzp’ers en onderaannemers die voor Nijkamp werken. Ook zij moeten voldoen aan de gestelde eisen. Via toolboxmeetings en werkplekinspecties maken we iedereen die voor Nijkamp werkt bewust van de risico’s en de noodzaak van goed onderhoud.
Het gaat erom dat we de theorie vertalen naar de praktijk, zodat het niet alleen op papier goed is, maar ook daadwerkelijk door de medewerkers wordt begrepen en toegepast.” “HET IS BELANGRIJK DAT HET BESEF VAN NUT EN NOODZAAK BIJ IEDEREEN LANDT”
VAN PAPIER NAAR PRAKTIJK.
De certificeringen zijn voor Nijkamp geen eenmalige opgave, maar een continu proces. Voor Lars is het zijn dagelijks werk om de normen van deze certificeringen intern hoog te houden.
“Papier is geduldig, maar in de praktijk controleren we voortdurend of we ons houden aan wat we hebben afgesproken. Het vraagt om een gedegen voorbereiding om alles veilig en volgens de norm te installeren”, zegt hij.
“In het engineeringstraject houden we al rekening met de eisen van de certificeringen. In feite is heel Nijkamp erbij betrokken.
Ook de afdeling inkoop vraagt naar bepaalde kwaliteits-, veiligheids- en opleidingseisen.”
“DE CERTIFICERINGEN ZIJN VOOR NIJKAMP GEEN EENMALIGE OPGAVE, MAAR EEN CONTINU PROCES”
BEDRIJFSMIDDELEN KEUREN.
Ook alle bedrijfsmiddelen moeten aan de eisen van de certificeringen voldoen. Daarom moeten ze periodiek gekeurd worden. In de praktijk is dat een gigantische klus, ten eerste omdat het er zo veel zijn.
Lars: “Het gaat om álle bedrijfsmiddelen; niet alleen om machines en gereedschappen, maar ook om brandblussers en EHBO-dozen. Dat zijn er in het geval van Nijkamp ontzettend veel. Gelukkig hebben we een keuringssysteem dat automatisch een melding geeft als iets aan de beurt is voor een keuring. Die komt dan terecht bij degene die het middel normaal gesproken in zijn bezit heeft.
In de praktijk blijkt zo’n stuk gereedschap nog weleens uitgeleend te zijn aan iemand anders, waardoor het lastiger is om alles op tijd te keuren. In principe hebben de gebruikers zelf de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat ze werken met goedgekeurde middelen.
Het is mijn taak om ze daar het belang van te laten inzien.”
ONAFHANKELIJKE TOETSING.
Wie controleert of we onze werkwijzen, procedures en keuringen zo goed op orde hebben dat we die drie certificaten verdienen? Dat is Patrick Hardeman, namens de onafhankelijke keuringsinstantie Kiwa.
“Wij toetsen of een bedrijf voldoet aan de eisen van de certificeringen én of het bedrijf zich houdt aan de eigen procedures die het heeft opgesteld”, aldus Kiwa-auditor Patrick.
“Dat doen we met een audit, steekproefsgewijs, en zowel in de boeken als op de werkvloer. Namens Kiwa kijk ik of de praktijksituatie overeenkomt met wat er op papier is afgesproken.”
“WIJ CONTROLEREN OF EEN BEDRIJF ZICH HOUDT AAN DE PROCEDURES DIE HET HEEFT OPGESTELD”
VOORTDUREND VERBETEREN.
Zo’n audit duurt in het geval van Nijkamp 8 tot 10 dagen. Aan het einde van elke audit is er een slotgesprek waarin zowel positieve bevindingen als verbeterpunten worden besproken.
Patrick benadrukt dat de audits niet alleen dienen om fouten te vinden, maar juist om een cyclus van voortdurende verbetering te waarborgen: “We leven in een dynamische wereld, dus er verandert ook nog wel eens wat.
Wat vijf jaar geleden de norm was, is nu weer anders. Er komen dingen bij en vallen dingen af. Wat geldt er vandaag de dag, daar moeten ze zich ook bewust van zijn.”
DE CIRKEL ROND.
Kiwa heeft een controlerende rol, het daadwerkelijke verbeteren en implementeren van de processen ligt bij Nijkamp zelf.
Patrick: “Soms glipt er wel eens iets tussendoor, dat is menselijk. Het gaat om de cyclus van verbetering die we daarmee in stand houden.
We zijn de vreemde ogen die dwingen. Als alles aan het einde blijkt te kloppen is de cirkel rond.”